Een Crisiskaart maken is geen therapie

Ervaringsverhaal van een crisiskaartconsulent

Al tien jaar lang is Nel Reedijk crisiskaartconsulent bij Pro Persona, een ggz instelling die mensen helpt met specialistische zorg, o.a. in Arnhem, Nijmegen, Ede en Tiel. Zelf werkt Nel in Arnhem en daar haalt ze veel energie en plezier uit.

Persoonlijk contact met mensen, daar draait het voor Nel om. “Als je bij mij terecht komt voor een Crisiskaart, kijken we samen naar wat jij nodig hebt bij een crisis. We bekijken het van een positieve kant: wat helpt jou? Eigen regie is vaak belangrijk en daarom laat ik de mensen zo veel mogelijk zelf doen, bijvoorbeeld het invullen van de vragenlijst of het verzamelen van handtekeningen. Als dat echt niet lukt, help ik natuurlijk.”

Omdat Nel binnen de instelling werkt heeft ze makkelijk toegang tot behandelaars. Ze vertelt haar collega’s graag over het nut van de Crisiskaart en haar rol als ervaringsdeskundig consulent. Waar nodig kan ze hen een extra zetje geven om mee te werken aan de Crisiskaart.

“Als ervaringsdeskundige kan ik op een heel andere manier dan de behandelaar met iemand in gesprek gaan. Meestal zijn er drie tot vier gesprekken nodig, en dan is de inhoud van de Crisiskaart duidelijk. Meer is niet nodig, cliënten zijn immers helder op het moment dat ze een Crisiskaart opstellen. Het maken van een Crisiskaart is geen vervangende therapie. De doorlooptijd per Crisiskaart kan wel sterk verschillen. Het verzamelen van handtekeningen b.v. vraagt soms veel tijd”.

Na het opstellen van ongeveer 150 Crisiskaarten kent Nel als geen ander de waarde van de kaart. Zo was er een kaarthoudster die in een supermarkt in paniek raakte door het vele geluid van rinkelende kassa’s en rammelende karretjes. Zij gaf haar kaart aan een omstander die vervolgens de bedrijfsleider inschakelde. Gelukkig nam hij de tijd om de kaart even goed te lezen en om te doen wat er op de kaart stond. Hij nam de kaarthoudster toen mee naar een rustige ruimte en dat was voldoende. Na even rust en een glaasje water kon ze gewoon weer zelf naar huis.

Maar het allermooist vindt Nel het als ze bij de jaarlijkse evaluatie van een kaarthouder hoort: “Laat mijn Crisiskaart maar even slapen. Het gaat zo goed met mij”.